Notariskantoor Kruis-Sweere

Column april 2021

Column april 2021

Column april 2021
Buurmannen Jan de Jong en Jaap de Mooij kunnen heel goed met elkaar opschieten. Ze zijn allebei rond de 50 jaar, single, en op mooie zomeravonden gaan ze bij elkaar barbecuen of vissen, en als er klusjes in en rond het huis gedaan moeten worden, zijn ze er ook voor elkaar. Op liefdesgebied vallen ze op andere types, maar bij geen van beiden heeft de ware Jacob(a) zich al gemeld. Kinderen hebben ze ook geen van beiden. Ieder heeft in het verleden een testament gemaakt. Jan benoemt de kinderen van zijn zus tot erfgenamen als hij komt te overlijden, en Jaap heeft KWF Kankerbestrijding als enig erfgename gekozen.

Op een dag besluiten ze samen een leuk huisje aan de Friese meren te kopen. Ze kunnen daar samen vriendschappelijk vertoeven en ook ieder apart met zijn eigen familie en vrienden. Het is echter niet de bedoeling dat als één van beiden overlijdt, de erfgenamen van de overledene het halve huis erven. Het moet dan eigendom worden van de langstlevende van hen. Het is immer iets van hen samen, en het zou vervelend zijn als de langstlevende bij het overlijden van één van hen te maken krijgt met (een groep) erfgenamen van de ander.


Nadat zij met dit verhaal bij mij zijn gekomen, raad ik ze een verblijvingsbeding aan. Dat houdt in dat als één van beiden overlijdt, het huis via het verblijvingsbeding eigendom wordt van de ander, zonder dat de erfgenamen daar wat tegen kunnen doen. U zult zich nu afvragen: kost dat niet heel veel erfbelasting? Fiscaal zijn Jan en Jaap immers vreemden van elkaar. Er is geen bloedverwantschap, ze wonen niet samen en zijn niet gehuwd noch geregistreerd partner. Het zal u dan misschien ook verbazen dat de erfbelasting 0 is. De Successiewet heeft namelijk een wetsartikel dat een verblijvingsbeding met iemand die niet tot je "kring van belaste verkrijgers" hoort (= niet verwant), onbelast is. Een aanrader dus voor dit geval!

In de akte waarin het verblijvingsbeding wordt vastgelegd nemen we ook een volmacht op, zodat na het overlijden van één van hen, de langstlevende, zonder medewerking van de erfgenamen van de eerstoverledene, het huis aan zichzelf kan leveren bij een akte van levering krachtens verblijvingsbeding. Zo kunnen ze de toekomst aan de Friese meren zorgeloos tegemoet zien.